Vergroening van de buitenruimte op bedrijventerreinen staat bij de provincie en in veel gemeenten op de agenda, maar de praktijk blijkt weerbarstig.
De voordelen zijn bekend, zowel voor zaken als water- en hitteoverlast als voor het welzijn van medewerkers, maar toch zijn veel werklocaties overwegend grijs. Wat is er nodig om hier stappen in te zetten? De Natuurbende onderzocht het samen met bedrijven in Noord-Holland. Een belangrijke factor is het initiatief van medewerkers zélf. Hoe bundelen zij deze energie en motivatie om tot actie over te gaan? Michel en Maxime van De Natuurbende onderzochten dit.
De opdracht: wat beweegt ondernemers en medewerkers?
In opdracht van provincie Noord-Holland en Groen Kapitaal deed De Natuurbende een verkenning van hoe bedrijven in beweging komen om hun terrein te vergroenen. Bij vergroening hebben we het hier over stenen eruit, en ecologisch waardevolle beplanting er in (bijdrage aan lokale biodiversiteit). Centrale vragen: wat drijft bedrijven en medewerkers om te vergroenen, hoe kom je tot concreet resultaat, en wat zijn de obstakels? Dit met de gedachte: als er meer goede voorbeelden zijn van wat wėl kan, dan volgen er meer.
De aanpak bestond uit vier stappen:
- Bezoeken van bedrijven en medewerkers die al stappen zetten
- Analyseren van hun motivatie, aanpak en drempels
- Ontwikkelen van een eerste propositie die hierop aansluit
- Toetsen van deze aanpak bij andere bedrijven

Op bezoek bij de pioniers
Noord-Holland telt een aantal mooie voorbeelden van bedrijven die hun terrein hebben vergroend of hiermee bezig zijn, een inspiratiebron voor anderen. We bezochten een bedrijf in Heemstede, waar medewerkers zich al acht jaar, vanuit intrinsieke motivatie, inzetten voor meer biodiversiteit rondom hun kantoor. De resultaten zijn indrukwekkend; het is een groene oase, zowel over de bodem als verticaal langs de gevel, alle mogelijke ruimte is benut. Er zijn ook kleinere voorbeelden, zoals op een bedrijventerrein bij Sloterdijk, waar gewerkt is met mogelijkheden binnen de beperkte ruimte. Er zijn geveltuintjes aangelegd, deze nemen maar een paar meter in beslag, maar zorgen toch voor een groene uitstraling en geven – juist in stedelijke omgeving – nuttige beschutting voor vogels en insecten.
Niet iedereen binnen de organisatie is zich bewust van het belang van groen, en verandering kost tijd. Het helpt om zelf te kunnen zien en ervaren wat de positieve effecten zijn. Zo kwamen wij een bedrijf tegen waar een eerste kleine vergroeningsactie ‘positief geëscaleerd’ is. Na een eerste vergroeningsactie werden er meer collega’s enthousiast, waaruit een volgende actie volgde, waarna er meer budget vrijgemaakt werd, enzovoort, tot het gehele terrein een groene biodiverse oase is geworden. Er is nu zelfs een medewerker uit eigen enthousiasme nieuwe planten- en diersoorten aan het tellen, die hij rapporteert aan zijn collega’s en wat laat zien hoeveel de biodiversiteit is toegenomen.
We spraken bovendien met tientallen organisaties die weinig tot geen vergroening doen op eigen terrein, van kleine maakbedrijven tot grote internationale kantoren, met name verspreid over de Haarlemmermeer en omgeving Amsterdam. Het werd duidelijk dat de wens en motivatie voor vergroening intern aanwezig is, maar de initiatiefnemers weten simpelweg niet waar te beginnen of lopen snel tegen tijd- en energierovende obstakels op. Bovendien was een terugkerende respons: ‘We willen wel, maar dit kan niet bij ons’, terwijl er in de praktijk wél van alles mogelijk is. Er wordt bij vergroening snel gedacht aan tientallen vierkante meters of grote bomen, terwijl zelfs kleine acties al een bijdrage leveren en het begin kunnen zijn van meer.
Enthousiasme op de werkvloer als vliegwiel
De meeste groene initiatieven beginnen niet bij beleidsplannen of management overleggen, maar bij één of twee enthousiaste medewerkers. Soms zijn het mensen van HR of duurzaamheid, maar regelmatig ook iemand van administratie of logistiek die simpelweg een idee heeft: “Zouden we niet iets met die ongebruikte stoep of parkeerplaats kunnen?”
Zo’n medewerker moet eerst zelf intern op zoek naar medestanders. Draagvlak is belangrijk, zowel om het door de organisatie te krijgen, als voor het beheer en onderhoud (vaak in samenwerking met een professional, zoals een hovenier). De directie dient meegenomen te worden, waarvoor het plan in een groter plaatje dient te passen (denk aan een bredere biodiversiteitsvisie). Het kan een tijd duren voordat het initiatief ondersteund en gewaardeerd wordt; niet alle collega’s zien vergroening en biodiversiteit immers als belangrijk en relevant. Dit kan als eenzaam en slepend ervaren worden.
Ook ontbreekt het vaak aan kennis over groen en biodiversiteit. Wat is er praktisch mogelijk op een terrein en wat kost dat? Wat is inheems en ecologisch waardevolle beplanting? Wat komt erbij kijken om dat te realiseren? Hoe zit het met onderhoud? Het helpt om klein en concreet te beginnen: wat kan er wél, wat maakt collega’s enthousiast en wie wil helpen? Denk aan een groene lunchplek of een groene entree door middel van een geveltuin.
Met name door de beperkte kennis, ervaring en waardering van groen binnen bedrijven, zien wij dat de interne initiatiefnemers aanzienlijk geholpen kunnen worden in hun ambities. De interne processen die zij in gang zetten kunnen versneld worden door actieve begeleiding om het momentum er in te houden, het toegankelijk maken van bestaande juiste informatie en het delen van inspirerende succesvoorbeelden. Ook een handige link om meer te weten te komen over vergroenen van je bedrijventerrein is deze toolkit.
Wat we leerden: het begint met zichtbaarheid en concrete voorbeelden
Uit alle gesprekken kwamen enkele opvallende inzichten naar voren. Die gaan niet alleen over motivatie, maar ook over een behoefte aan kennis en concrete mogelijkheden.
- Veel medewerkers hebben hulp/inspiratie nodig om zich te realiseren dat hun eigen terrein groener kan; dat er mogelijkheden zijn. Ze denken snel in beperkingen door met name regels, huurcontracten, type bedrijf (“Dat kan niet bij ons”). Bij vergroening wordt al snel gedacht aan tientallen vierkante meters, terwijl er vaak van alles mogelijk is op een paar meter (bijvoorbeeld d.m.v. geveltuinen)
- Begrippen als “ecologisch hovenier” of “inheemse beplanting” zijn niet altijd bekend.
Dit is wel degelijk essentieel, want bijvoorbeeld een bananenplant heeft weinig waarde voor de lokale biodiversiteit.
Bedrijven willen vaak wel, maar hebben geen kennis over of ervaring met natuur en biodiversiteit. Er is behoefte aan toegankelijke informatie, specifiek voor bedrijventerreinen en duidelijke visuele voorbeelden.
- Klein beginnen helpt.
Een groene lunchplek of vlindertuin op de parkeerplaats opent ogen. Simpel, concreet, haalbaar. Eerst maar eens zo’n eerste relatief kleine stap zetten in vergroening, om zo draagvlak en kennis te vergroten en medewerkers te betrekken. Het kan zomaar eens tot meer leiden.

- Begeleiding van buitenaf werkt.
Medewerkers ervaren het als steunend en activerend als er een partij meedenkt en helpt de eerste stappen te zetten, zowel praktisch als strategisch. Dit gaat met name om gestimuleerd worden door een externe motivator, momentum behouden, toegang tot kennis en ervaring, en sneller de juiste partijen vinden om het plan mogelijk te maken (bijv. een ecologisch hovenier) Het is zonde als elk bedrijf en daarbinnen de groene initiatiefnemer, afzonderlijk het wiel opnieuw moet uitvinden.
Een motto dat vaak terugkomt is: “Begin klein op eigen terrein.” Daarmee wordt vergroening iets dat niet alleen urgent is, maar ook haalbaar en leuk. Een klein succes heeft de potentie te leiden tot meer, zowel op het terrein zelf als daarbuiten bij de buren of zelfs verder weg.
Een nieuwe benadering: de Academie voor Biodiversiteitsambassadeurs
Op basis van deze inzichten werkt De Natuurbende nu aan een nieuw initiatief: een Academie voor Biodiversiteitsambassadeurs. De gedachte is eenvoudig: als vergroening vaak begint bij een paar enthousiaste mensen in de organisatie, hoe kunnen we deze initiatiefnemers beter ondersteunen? Zo wordt enthousiasme en energie gevoed, en hoeft niet iedereen het wiel opnieuw uit te vinden in de eigen organisatie.
In de academie krijgen medewerkers uit verschillende bedrijven handvatten om:
- Intern draagvlak te creëren, door onder andere een biodiversiteitsvisie op te stellen en te peilen wat er speelt bij collega’s
- Kennis op te doen over biodiversiteit en ecologisch groenbeheer en dit verder te brengen in de organisatie
- Klein te beginnen met haalbare acties die passen bij het eigen bedrijf en terrein in samenwerking met ecologische hoveniers
- Te begrijpen welke zakelijke voordelen vergroening oplevert (denk aan employer branding, employee engagement, ESG rapportages verrijken, personeelstevredenheid, ziekteverzuim, klimaatadaptatie, vastgoedwaarde), dit helpt in communicatiedoeleinden intern en extern.
Deze aanpak wordt momenteel getest bij een aantal bedrijven op bedrijventerreinen in Hoofddorp.
Tot slot: het begint bij iemand die “gewoon iets wil”
De belangrijkste les uit dit traject: vergroening van bedrijventerreinen begint zelden met een groots plan, maar bijna altijd met een gemotiveerd individu in de organisatie, die de groene kar trekt. Iemand die om zich heen kijkt en denkt: dit kan toch anders? Met een haalbare en zichtbare vergroeningsactie kan er vervolgens intern meer enthousiasme en draagvlak gebouwd worden, zowel bij collega’s als hogerop, vanuit waar volgende acties kunnen volgen.
Door deze kartrekkers, de groene ambassadeurs, te ondersteunen, verbinden en inspireren, kunnen zij sneller en effectiever aan de slag. En als we dat met 10 of 20 mensen tegelijk doen, vergroten en versnellen we de beweging en inspireren de ambassadeurs elkaar. Daarom gaan wij nu door met de volgende stap, het opzetten van een Academie voor Biodiversiteitsambassadeurs.
Subsidie voor de verduurzaming van bedrijventerreinen
De provincie Noord-Holland geeft subsidie voor de verduurzaming van bedrijventerreinen. De uitvoeringsregeling Toekomstbestendige Bedrijventerreinen kan worden aangevraagd door gemeenten voor bijvoorbeeld het vergroenen van een terrein of het verbeteren van de biodiversiteit. Ook kunnen gemeenten een zogenaamd duurzaamheidsfonds aanvragen ter waarde van 50.000,-, waarmee de gemeente zelf subsidie kan verstrekken aan ondernemers voor verduurzamingsmaatregelen. Dit jaar kan er nog tot 1 oktober subsidie worden aangevraagd (of zolang er nog budget beschikbaar is).
Wil jij ook vergroenen op of rond je kantoor?
Heb je een concreet idee, een vage wens, of gewoon een enthousiast gevoel dat het groener kan? Wil je deelnemen aan de Academie voor Biodiversiteitsambassadeurs? Neem dan contact op met Maxime en Michel via michel@denatuurbende.nl. Zij denken graag mee en beginnen samen, klein, op eigen terrein.
