De mooi vormgegeven boeken van Josefien Oude Munnink en foto’s van Amke vertellen de persoonlijke verhalen van particuliere natuurbeheerders. Natuur door burgers en bedrijven. Een voor velen onbekende wereld.
In overleg met Josefien mogen wij een zevental verhalen aan jullie laten lezen. De andere verhalen kun je lezen in haar nieuwste boek; Natuur op eigen kracht. In de hoofdrol vandaag; Cees en Renette Bakker.
Cees en Renette Bakker hebben een natuurgebied van 26 hectare in het noorden van Texel. Het is vochtig weidevogelgrasland. Een oude slenk, die opnieuw is uitgegraven, slingert door het land. De verbrede, schuine oevers zijn belangrijk voor de weidevogels, met name de scholekster – die de lieuw wordt genoemd op Texel.
Tussen mijn oren ben ik boer
Cees en Renette zijn op Texel geboren, maar hebben twintig jaar elders gewoond. Ze hadden een groothandel in diergeneesmiddelen. “Hard gewerkt”, zegt Cees. “Maar tussen mijn oren ben ik boer. Ik hou van dieren en buiten werken. Het schaap is mijn lievelingsdier. Ik had hier op Texel altijd nog een boerderij met schapen. Voor de zaak was het een proefboerderij.”
Rond 2006 werd heel veel boerenland op Texel natuur. Het gebied van Dorpszicht ging voor een deel naar Staatsbosbeheer en een deel werd per opbod verkocht. Cees herinnert het zich nog goed. “Er waren tien mensen van Staatsbosbeheer, tien van de provincie en de rest waren boeren, nieuwsgierige Texelaren. De veilingmeester zette in. Niemand bood. Hij zette er een bedrag bij op. Ik vond het relatief weinig. Er kwam een vraag uit de zaal of de prijs per hectare was of voor de hele zaak. Dat wist de veilingmeester niet en zocht het na. Het bleek voor het hele stuk te zijn. Ik was helemaal niet van plan om het te kopen. Ik wist wat natuurgrond waard was en vond het niet te duur. En bovendien hou ik van natuur.”
Je moet er wel wat voor doen
“Je moet er wel wat voor doen”, vervolgt Cees. “Niets is voor niets. Ik moest zelf een plan maken en het gebied opnieuw inrichten.” Het plan werd opgesteld samen met de agrarische natuurvereniging De Lieuw op Texel, waar Cees twaalf jaar in het bestuur heeft gezeten en de drijvende kracht was achter de uitvoering van de plannen.
“Ik moest het extensief beweiden, bemesten met ruige mest en mocht geen kunstmest gebruiken. Dat is precies wat ik altijd al gedaan had. Ik wilde het beheer zo gemakkelijk mogelijk hebben, dus het gras moest ook niet te hard groeien. Dat gaat prima met schapen.”
“Ik wilde het ook zo aanleggen dat ik geen riet in de oevers zou krijgen. Ik vind riet rommelig en je ziet het water niet meer. Door de schuine oevers met een heel flauw talud van 15 cm over 50 meter aan te leggen, kunnen de schapen tot het water komen en eten ze het jonge riet op; dat is erg zoet. Dan hoef je het niet steeds te maaien. Bovendien zitten er veel vogelnesten op die schuine oevers, vooral van scholeksters, en die foerageren ook op die oevers.”
Cees vertelt dat hij met zijn bedrijf altijd bleef experimenteren en voortdurend keek wat rendement opleverde. “Als iets niks opleverde, maakte ik direct schoon schip. Dat is mijn natuur. Ik durf dingen anders te doen.” Zo kijkt hij ook tegen Dorpszicht aan. “Hoe kan ik het landschap en de natuur zo mooi mogelijk maken én tegelijk rendabel, daar gaat het mij om. Natuur loopt als een rode draad door mijn leven, maar het moet ook iets opleveren.”
Vanaf 26 september is het boek te bestellen op www.natuuropeigenland.nl
tekst: Josefien Oude Munnink
fotografie: Amke