Kunst en natuur versterken elkaar
De broers Gijs en Ruud van de Wint, zonen van kunstenaar Reindert Wepko (Ruud) van de Wint, zijn opgegroeid in ‘De Nollen’, een binnenduingebied met stuifduinen – nollen – van 14 hectare onder Den Helder. Indrukwekkende, roodbruine sculpturen rijzen op uit het glooiende duinlandschap.
“Zo’n veertig jaar geleden was dit veertien hectare kaal niemandsland, wasteland”, begint Gijs zijn verhaal over De Nollen. “Het oud-defensieterrein met vijfentwintig bunkers uit de Tweede Wereldoorlog was een vuilnisbelt. Al die bunkers lagen vol met rotzooi. Toen onze vader hier in 1980 kwam, heeft hij er vier jaar over gedaan om alles op te ruimen. Hij begon hier omdat hij hier alle voorwaarden zelf kon scheppen. Hij noemde het zijn eigen kunstlaboratorium.”
Ruud van de Wint was schilder, beeldhouwer en bouwer, en een kunstenaar van betekenis. Meer dan dertig van zijn sculpturen staan verspreid door Nederland. Zijn werk werd geëxposeerd in het Kröller-Müller en musea in Europa en hij maakte schilderingen in Paleis Noordeinde en voor de achterwand van de Tweede Kamer. “Maar De Nollen”, benadrukken Ruud en Gijs, “was zijn levenswerk. Al het geld dat hij verdiende stopte hij in het terrein. Hij leefde zijn droom.”
“Mijn vader was de creator,” vervolgt Gijs. “Wij zijn meer de conservators. Na zijn plotselinge overlijden in 2006 hebben wij twintig grote beelden gebouwd naar ontwerpen die hij naliet. Die beelden hebben wij zowel op De Nollen als door het hele land geplaatst. Hij heeft het nooit gezien.”
De stalen bouwsels, de bunkers, de schilderingen én het landschap vormen samen het kunstwerk. Zo geeft een wandeling door het duinlandschap je steeds weer een ander zicht op de imponerende sculpturen; de intense kleuren van de schilderingen in de bunkers en de nauwe gangetjes veranderen voortdurend met de lichtinval. “Het land en de inrichting met de zichtlijnen, lichtinval en kleuren is onderdeel van het kunstwerk”, benadrukt Ruud, die veel met zijn vader samen aan de inrichting van het landschap heeft gewerkt. “Kunst en natuur versterken elkaar. Het is zo mooi gedaan dat je denkt dat het allemaal natuurlijk is, maar bijna alles is door hem bepaald. We hebben de laatste jaren van zijn leven heel veel met hem gepraat over hoe het moest.”
Net als hun vader doen ze alles zelf: maaien, zagen, kloven, baggeren. “Natuur beheren is heerlijk om te doen, maar ook keihard werken. Ik maai puur op gevoel”, zegt Ruud. “De maaipatronen geven diepte, en met de verschillende kleurtinten van de vegetatie is het net een schilderij. Door de wijze van beheren van mijn vader, en later door ons, zijn er allerlei zeldzame plantjes opgekomen, waaronder heel bijzondere zoals Klein wintergroen.” Het gebied wordt bewust schraal gehouden. Met de arme, zandige ondergrond en de overgangen van nat naar droog door de vele waterpartijen die zijn gegraven, biedt het verschillende leefmilieus voor bijzondere planten. “Natuur is altijd in beweging. Wanneer het heel droog is, of heel nat, het is steeds weer anders. Het is een proces dat altijd doorgaat.”
“Door zo op te groeien in de natuur word je er heel bewust van”, merkt Gijs op. “Hier kan alles herstellen, zoals het insectenleven.” Gijs en Ruud willen De Nollen behouden en verder ontwikkelen in de geest van hun vader. “Onze vader deed er zijn hele leven over, hij leefde in het kunstwerk. Ook wij zullen er ons leven aan wijden.”
Meer van dit soort prachtige verhalen kun je lezen in het boek ‘Natuur op eigen kracht’, te bestellen op www.natuuropeigenland.nl
tekst: Josefien Oude Munnink
fotografie: Amke