‘De natuur biedt veel aan. Als mens mag je dat vormgeven en beheren’

Het Ecodorp Bergen is gevestigd op zestien hectare voormalig militair terrein. “Begin jaren vijftig was het een mobilisatiecomplex waar de voertuigen klaarstonden voor als de Russen zouden komen”, vertelt Fredjan Twigt.

 

Hij noemt zichzelf ‘de dromer’. “Naast plannen, uitvoeren en de resultaten vieren, heb je dromen nodig. Mijn droom was om hier een leerschool op te richten voor innerlijke ontwikkeling en om ervoor te zorgen dat ons leefmilieu over zeven generaties nog goed is. De wijsheid om ver vooruit te kunnen denken, komt van de indianen; zij dachten bij belangrijke beslissingen zeven generaties vooruit.”

Wereldwijd zijn er duizenden ecodorpen. Ze zijn gebaseerd op samenhangende principes van sociale, ecologische en economische duurzaamheid. Fredjan: “We verbouwen hier voedsel volgens het principe van de permacultuur, een gesloten systeem waar je uithaalt wat je nodig hebt, zonder het systeem uit te putten. Het doel van dit Ecodorp is dat tachtig mensen hier behoorlijk van kunnen leven, met de luxe van eenvoud.”

De Rijksoverheid zette het militaire terrein op de markt. Te koop wegens vrede. “Er was een bodemprijs die niet openbaar was en je moest aan een aantal voorwaarden voldoen”, vertelt Fredjan.  “De bodemverontreiniging en eventuele onontplofte bommen moesten worden opgeruimd, de gebouwen moesten worden afgebroken, het asbest op de loodsen moest worden verwijderd en ongeveer vier hectare beton moest worden opgebroken en afgevoerd.”

Jan Cuperus is intensief bezig geweest met de bieding. “Vijf van de zes aanbieders vielen af”, vertelt hij. “We moesten ons bod van 123456 euro in een envelop aanbieden. Het was een heel spannend moment. Toen bleek dat ons bod voldeed aan de bodemprijs verkeerden we helemaal in een roes. Het aanschaffen van zo’n terrein was dus wél mogelijk zonder dikke portemonnee en warme contacten.”

De sanering kostte veel geld. Ze hebben veel zelf gedaan en vonden een aannemer die wilde meedenken. Fredjan: “Uiteindelijk kon er heel veel worden verkocht: koperen leidingen, zand, staal, vermalen beton. Alles, behalve het asbest. Toen alles weg was, bleef er een woestijn over van onvruchtbare zandgrond. Gelukkig had een aannemer ergens goede grond over, wat bij de inrichting van het terrein kon worden gebruikt.” “Er zijn allemaal gradiënten aangelegd waarmee er verschillende condities voor allerlei soorten planten en dieren zijn gemaakt, in een samenhangend systeem. Er zijn twee grote meren en een aantal sloten aangelegd”, vertelt Rascha Wisse. Rascha is van ‘het groen’.

Ze vertelt hoe ze van de aarde houdt en dat ze zo veel mogelijk biodiversiteit op het terrein wil creëren, “dus zo veel mogelijk verschillende soorten levende wezentjes, inclusief schimmels, bacteriën en insecten. Vooral bijen. Er zijn 165 wilde bijensoorten in deze streek, dat aantal willen we hier gaan halen.” Daarnaast wil ze bomen, struiken en planten waar je van kunt eten. “Ik wil mensen bewust maken van de natuur en dat voedsel ook natuur is. Als je voedsel los ziet van de natuur, dan heeft het geen voedingswaarde, dan vult het alleen.” De ontwikkeling van het terrein verkeert nog in de pioniersfase, maar er is al veel bereikt. “Het is ongelooflijk slim hoe die natuurlijke systemen in elkaar grijpen. Een wonder waar wij ook deel van uitmaken. De natuur biedt veel aan”, zegt Jan. “Als mens mag je dat vormgeven en beheren.”

Meer van dit soort prachtige verhalen kun je lezen in het boek ‘Natuur op eigen kracht’, te bestellen op www.natuuropeigenland.nl

tekst: Josefien Oude Munnink
fotografie: Amke