Klimaatadaptief bouwen mét de natuur samengevat in vijf kernpunten. Dit is het resultaat van onderzoek in twaalf natuurrijke woningbouwprojecten die 10 tot 25 jaar geleden zijn gerealiseerd. Gekozen is voor woonbuurten verspreid in Nederland, in verschillende landschappen en met een verschillende stedenbouwkundige opzet. De kernpunten zijn:

  1. Vergroot de natuur die er al is en behoud bestaande vegetatie.
  2. Ontwerp plekken voor dieren om te broeden, te eten en te schuilen.
  3. Maak natuurlijke verbindingen met ommeland en stad.
  4. Kies voor inheemse plantensoorten.
  5. Zorg voor waterretentie: daar waar de druppel valt.

Daarnaast zijn de geleerde lessen vertaald naar aandachtspunten per fase, zie hieronder. Doe er je voordeel mee!

Het ontwikkelproces

  • Beschouw ook dieren als (toekomstige) bewoners en als klant: insecten, vogels en kleine zoogdieren.
  • Tijdens de ontwikkeling van de buurt schep je condities voor de natuur. De ontwikkeling van de natuur komt pas daarna. Daar zijn de bewoners bij nodig. Werk daarom zoveel mogelijk samen. Maak een natuurinclusief concept voor de buurt als geheel. Beplantingen, bebouwing en infrastructuur vormen samen de leefomgeving voor mens, plant en dier.
  • Werk interdisciplinair: de ontwikkelaar als makelaar in kennis van ecologie, hydrologie en geologie. Dit vergt nieuwe kennis en competenties.

Het ontwerp

  • Kijk welke natuur er in de omgeving is en maak er méér van. Maak verbindingen. Dan krijg je de natuur uit de omgeving cadeau en krijgt de natuur in de nieuwe buurt een snelle start. Behoud bestaande landschapselementen en natuurwaarden. Het zijn ‘natuurverdubbelaars’. Neem ze mee in het ontwerp. Kies in de nieuwe buurt voor overeenkomstige beplanting.
  • Zorg voor zachte oevers bij watergangen zodat dieren in en uit kunnen stappen.
  • Creëer ruimtelijke variatie. Hoe meer hoe beter. Geef de natuur de ruimte door schaalniveaus heen (“van ingemetselde nestkast tot verbinding met het landschap”)
  • Cluster parkeerplaatsen en zoek ruimte voor een gemeenschappelijke tuin.
  • Schep plekken voor waterretentie. Maak niveauverschillen in de buitenruimte, wadi’s en bovengrondse goten en beperk verharding.
  • Ontwerp verblijfsplaatsen voor vogels en vleermuizen aan gevels en onder dakpannen.

Nutstuinen dragen bij aan natuurwaarde en aan sociaal contact. De bewoners voelen zich veilig, ook al ligt de buurt middenin de stad. GWL-terrein, Amsterdam.

De uitvoering

  • Leg eisen voor bescherming en behoud van bestaande natuurwaarden en landschapselementen vast in het bestek.
  • Leg het natuurconcept uit aan (onder)aannemers en neem uitvoerders mee in het hoe en waarom.
  • Trek de natuurvisie door in de keuze van materialen voor erfafscheidingen, wegverharding, metselwerk, beschoeiingen en oevers.
  • Kies bewezen standaardproducten voor nestkasten.

Het beheer

  • Maak een beheerplan dat ontwikkelingsgericht is en waarin groei centraal staat. Door samenhang in beplanting, beheer en onderhoud kan de natuur haar werk doen.
  • Natuurvriendelijk beheer is extensief met ruig gras en variatie in beplanting. Blaadjes blijven liggen. Soms ervaren de bewoners dat als rommelig. Leg dat goed uit.
  • Ondersteun bewonersinitiatieven en schep mogelijkheden voor zelfbeheer of beheren met bewoners, niet alleen van beplanting, ook van verhardingen. Participatie leidt in de praktijk tot meer natuurwaarde.
  • Zie beheer door bewoners niet als bezuinigingspost. Er is tijd en geld nodig voor overleg, materiaal, gereedschap en jaarlijkse schouwing. Maak goede afspraken met de gemeente.

Beplanting met inheemse boomsoorten vormen een belangrijke migratieroute voor onder meer vlinders, boomtopvogels en vleermuizen. ’t Zand, Son en Breugel.

Communicatie

  • Smeed banden tussen de beheerders en de nieuwe bewoners. Spreek af wie welke delen van de private, publieke en semipublieke ruimte beheert en waar de grenzen liggen.
  • Verbind de bewoners met het natuurconcept van de buurt. De natuur is een samenhangend systeem en het is belangrijk dat bewoners de samenhang snappen.
  • Zet sociale media in om kennis te delen en op te bouwen.

KAN Bouwen

KAN staat voor klimaatadaptief bouwen, mét de natuur. Het KAN platform is er voor projectontwikkelaars, bouwbedrijven en gemeenten. Meer weten? Lees dan meer op hun website, of schrijf je in voor hun nieuwsbrief.

Het onderzoek is gedaan door Maike van Stiphout (DS Landschapsarchitecten), Robbert Snep (WUR) en Jip Louwe Kooijmans (Vogelbescherming Nederland). Overige projectgroepleden zijn Tarsy Lös-sbroek (RVO/DuurzaamDoor), Karin van Hoof (provincie Noord-Holland) en Claudia Bouwens (NEPROM/KANbouwen).

Op 25 maart werden de resultaten besproken in een KAN webinar. Een verslag van dit webinar, inclusief video, is hier te vinden

Tekst: Henk Bouwmeester
Fotografie: Maike van Stiphout, Robbert Snep en Jip Louwe Kooijmans

Download het onderzoek: KAN brochure: leren van natuurrijke woonbuurten uit 1995-2010 – KAN bouwen