Versterken biodiversiteit in landelijk en agrarisch gebied

Versterken van de biodiversiteit in het landelijk en agrarisch gebied biedt veel kansen op een structurele verbetering van de situatie in Noord-Holland. Vele factoren hebben ervoor gezorgd dat een groot aantal soorten in dit gebied achteruitgegaan is de vorige eeuw. Waar voor een deel van de soorten deze dalende trend eind jaren negentig is gestabiliseerd, zien we een soortgroep als de graslandvlinders nog steeds afnemen (WWF, 2020). Ook de recent verschenen Rode lijst zoogdieren laat zien dat met name de soorten die afhankelijk zijn van het agrarisch gebied, zoals haas en marterachtigen zoals hermelijn, bunzing, er niet goed voorstaan (Staatscourant, 2020, Zoogdiervereniging, 2020). De boerenlandvogelbalans van 2020 laat zien dat factoren als verdroging en teruglopend voedselaanbod veel vogelsoorten negatief beïnvloeden (SOVON, 2020). Het keren van deze trend is haalbaar, als we zowel in het beheer als de inrichting van het gebied verbeteringen doorvoeren.

Dit moet leiden tot een groter voedselaanbod (in de vorm van insecten bijvoorbeeld), ruimte voor typische boerenlandsoorten en verbetering van water- en bodemkwaliteit. Dit kan bereikt worden door meer ruimte voor landschapselementen zoals oevers, randen, natuurlijke overhoekjes, groene erven en hagen.