Natuur in de stad? Daarvoor moet je toch naar een natuurgebied? Slechts 15% van de Nederlandse dier-, planten- en insectensoorten die in 1900 in ons land leefden zijn NIET uitgestorven, en van wat overblijft is één derde van de diersoorten met uitsterven bedreigd. En ja, ook met soorten in de stad gaat het niet zo goed, zoals de mus. Het moet, én het kan beter.  

 

Dat het niet goed met de Nederlandse biodiversiteit hoeven we wellicht niet meer uit te leggen. Hier zijn vele redenen voor, maar het is vooral onwetendheid van mensen nu en in het verleden. Er zijn gelukkig nog steeds veel zaken die wij gezamenlijk een heel stuk beter kunnen doen. Hoewel deze veranderingen eng en groots lijken, is de  verandering die iedereen vandaag nog kan toepassen heel simpel en doeltreffend: natuurinclusief bouwen. Gelukkig komt de bouwsector zelf ook met steeds meer voorbeelden hoe het ook kan.

Het vraagt wel om samenwerking van ambitie, uitwerking, uitvoering en beheer. Ieder zijn rol! Doe je ook mee? Hier lees je het wat en waarom. Goede voorbeelden en specifieke informatie over het hoe, vind je op de website bouw natuurinclusief.

Wat is natuurinclusief bouwen?

Even omdenken. Simpel gezegd, natuurinclusief bouwen is de natuur terughalen naar de bebouwde omgeving van de stad. Het grootste probleem van onze steden is echter dat er veel te weinig ruimte is voor natuur. Inheemse kruiden worden gezien als onkruid, grote bomen en brede struiken zijn niet netjes en grasmatten worden bijna kaal gemaaid. Binnen onze steden is natuur aangepast naar iets wat we in controle moeten houden. Natuurinclusief bouwen gaat daar juist tegenin; kijk anders en maak ruimte. Denk hierbij aan groene daken, volbegroeide gevels, wilde parken en lanen gevuld met bomen. Er is namelijk meer ruimte voor natuur in de stad dan je je realiseert.

Noodzaak ÉN kans van natuurinclusief bouwen

Natuurinclusief bouwen is niet zomaar de volgende trend van duurzaamheid. Natuurinclusief bouwen heeft een hele grote maatschappelijke, maar ook economische noodzaak. 75% van ons voedsel wordt bestuift door de met uitsterven bedreigde insecten. Muggen, wespen, en bijvoorbeeld de eikenprocessierups groeien uit tot een plaag door het verdwijnen van hun natuurlijke vijanden.

Wateroverlast na stortbuien zet onze steden onder water en hittegolven zorgen voor grote watertekorten en gezondheidsproblemen. En om het nog een stapje erger te maken, door klimaatverandering worden deze problemen alleen nog maar groter. De natuur is grotendeels uit onze steden gehaald, maar het is juist de natuur die zorgt voor opvang van deze problemen, natuur kan helpen balans brengen en problemen kunnen soms zelfs geëlimineerd worden.

Bij biodiversiteit- en klimaatproblematiek denk je wellicht vaak aan een aantal verschillende problemen zoals verlies van biodiversiteit, de opwarming van de aarde, en plagen. We bespreken de problemen EN de oplossingen door natuurinclusief bouwen hieronder.

Ruimte voor biodiversiteit

Één van de grootste redenen dat zoveel verschillende soorten het moeilijk hebben in ons land is het verlies van hun leefgebied. Waar eerst een bos of een weide stond, staat inmiddels een woonwijk met een zo groot mogelijke grasmat en een piepklein bosje struiken in de tuin. De soorten die hier leefden kunnen nu nergens meer naar toe. Laat staan de planten die hiervoor zijn weggehaald. Want planten, bomen en struiken horen ook bij biodiversiteit.
Verlies van biodiversiteit heeft veel meer invloed op het leven dan je misschien beseft. Een grote biodiversiteit zorgt ervoor dat de natuur in balans is. En als de natuur in balans is, hebben plagen weinig kans om te ontstaan. Als de natuur in balans is, hoef je geen gif in je tuin te sproeien, en heb je geen last van wespen tijdens de barbecue. En als de natuur in balans is, voelt de tuin, het park, en zelfs de wijk rustig en vredig aan. Klinkt logisch toch?

In de bebouwde omgeving zijn de grootste kansen voor het verbeteren van biodiversiteit vooral te halen op kale oppervlaktes zoals daken, muren, bermen en tuinen. Simpel gezegd, de bermen en grasmatten wat minder vaak maaien, een deel van de stenen opwippen en op die plek wat planten neerzetten heeft al een groot effect. Kale oppervlaktes als daken en muren zijn perfect voor het creëren van geschikte leefgebieden. Zo kunnen muren, maar ook schuttingen volgeplant worden met klimplanten, die geen schade aanbrengen aan de muur. Op het dak kan bruine of groene begroeiing aangebracht worden. Veel dieren en insecten gebruiken deze omgeving om te foerageren en te nestelen, of ze gebruiken ze als opstapje naar grotere natuurlijke plekken. Als je kijkt door de ogen van een dier zijn zulke plekken ook gewoon rotswanden en onderdeel van het landschap.

Natuurinclusieve tuin

De gemiddelde tuin in Nederland wordt steeds kleiner. Sinds 1950 daalde het gemiddelde perceeloppervlak met 30%, van 187 m2 naar 132 m2, terwijl de oppervlakte van het huis in diezelfde tijd met 21% steeg. Dit betekent dat steeds meer mensen het moeten doen met een kleinere tuin. Van deze kleine tuin is één derde, en in sommige gemeentes zelfs de helft of meer van de tuin bestraat. De combinatie van dit krimpende oppervlakte en een toenemende verstening van deze tuinen zorgt ervoor dat de natuur nergens heen kan. Tuinen zijn de perfecte mogelijkheid om natuur in onze steden toch weer een kans te geven. Door het weghalen van bestrating en kale grasmatten, het laten groeien van inheemse struiken, kruiden, bloemen en bomen hebben de Nederlandse dieren en insecten weer een kans om ergens naartoe te gaan. Alle kleine beetjes samen tellen op tot een substantiële bijdrage, al was het maar dat er zo kleine “stepping stones” zijn voor insecten.

Het leukste en simpelste is wellicht niet alleen voor jezelf, maar ook voor een dier door een huisje te bouwen, door het aanbrengen van nestgelegenheden voor verschillende dieren en insecten. Insectenkasten zijn hele simpele toevoegingen voor een tuin. Maar voor de echte natuurinclusieve bouwers, zijn vleermuiskasten en nestkasten voor verschillende vogels soorten mooie toevoegingen aan de muur en gevel. Leer hier wat voor voordelen het heeft om vleermuizen in de tuin te hebben. Onder dakpannen zijn ook vogelvides opties voor nesting, en het plaatsen van een marterkast of egelhuisje doet veel voor de biodiversiteit.

Wat kun je zelf doen? Een De Natuurinclusieve Tuin Checklist – Nieuw en een Natuurinclusieve tuin Scoresheet vind je hier.

Specifiek weten welke Nederlandse dieren u hoe kunt helpen? Bekijk onze serie “maak kennis met je buren” over dieren die in de stad wonen hier.

Verminderen van hitte in de stad

Het klimaat is aan het veranderen. Dit heeft nu al een groot effect op ons dagelijks leven, en dit effect zal alleen maar meer worden. Hoe zorg je ervoor dat jouw huis toekomstbestendig gaat worden? Één van de problemen waarbij natuurinclusief bouwen kan helpen is hitte. De Nederlandse zomers worden steeds heter en droger. Uit onderzoek is gebleken dat stedelijke gebieden (bestraat, zonder groen) op warme dagen meerdere graden warmer zijn dan groene- en landbouw gebieden, zie afbeelding 1 (Döpp et al., 2011). De reden hiervoor is dat stenen de hitte niet kunnen opnemen, en deze dus weer aan de omgeving afgeven. Planten, bomen en ander groen vangen de hitte juist op en houden het vast. Op extreem hete dagen betekent dat dus dat een tuin met bomen, grassen en struiken veel koeler zal zijn dat een tuin met alleen maar bestrating.

Afbeelding 1: Temperatuurverschillen (https://www.urbangreenbluegrids.com/heat/)

Ook daken en gevels vangen deze hitte. Een plat dak kan bijvoorbeeld tot twee keer langer meegaan als er een groen dak van gemaakt wordt, omdat de planten de uv-stralen opvangen. Groene daken verbeteren ook de werking van zonnepanelen op het dak. Voor platte daken die te weinig gewicht kunnen dragen voor een groen dak, heeft het wit verven van deze daken een vergelijkbaar effect op hittestress en zonnepanelen als een groen dak heeft. Groene gevels zorgen ervoor dat het huis veel makkelijk koel te houden is in de zomer, omdat ook dié klimplanten warmte opvangen in plaats van afstoten naar de omgeving.

Shutterstock

Test het maar eens. Leg op een warme dag je hand op een stenen ondergrond, en daarna op een plant. Je zult zien dat het steen vele malen warmer is dan de plant. Ook zorgen bijvoorbeeld bomen voor veel schaduw, wat natuurlijk verkoelend werkt. Bomen, klimplanten, groene daken en andere planten houden ook veel water vast. Dit water wordt in tijden van hitte en droogte als een soort natuurlijke airco aan de omgeving vrijgegeven, wat het huis en jouw tuin nog aangenamer maakt op deze warme dagen. Een grote boom staat zo gelijk aan tien airco’s. De TU Delft bevestigt dit ook.

Opvang van water

Een ander probleem waarbij natuurinclusief bouwen kan helpen is te veel of te weinig water. Stortbuien en extreme hoeveelheden water zijn een steeds vaker voorkomend gevolg van klimaatverandering. Een groot probleem in onze steden is, omdat er zo veel oppervlakte bestraat en versteend is, dat een stortbui in één keer afgevoerd moet worden door onze riolering. Zoals je dit jaar hebt gemerkt kunnen die niet altijd al het water aan. Elke zomer weer komen er meer beelden van straten die onder water staan. Wat plantleven, maar ook bijvoorbeeld vijvers of groene daken doen, is ervoor zorgen dat het water wordt opgenomen in de aarde en in de plant zelf, en geleidelijk wordt afgevoerd. Stortbuien in een bos zorgen niet voor overstromingen, omdat het rustig wordt opgenomen door de aarde en de planten. Zo drinkt een volwassen populier bijna 1500 liter water per dag. Stenen, dakpannen, asfalt en beton kunnen water niet opnemen, en zijn dus niet in staat een stortbui op te vangen. Daarnaast verzorgt veel groen in en rond het huis dat water wordt vastgehouden in de bodem, waardoor periodes van droogte niet fataal zijn voor zo veel planten en dieren.

Beperken van plagen

Als de natuur uit balans is, zijn er bepaalde soorten die door gebrek aan concurrentie en/of predatie voor wat voor reden dan ook kunnen uitgroeien tot een plaag. Enkele jaren terug was er een wespenplaag en we krijgen steeds vaker over de eikenprocessierups te horen. Onze manier van stedenbouw in de afgelopen eeuw heeft ervoor gezorgd dat de ecosystemen die er waren compleet verstoord zijn. Deels door minder ruimte, deels door eenzijdige beplanting. Hierdoor is de natuur in onze steden uit balans, en hebben plagen alle ruimte om uit proportie te groeien.

Door natuurinclusief te bouwen, brengen we een stukje balans terug naar onze steden. Groene omgevingen gevuld met verschillende soorten (bij voorkeur inheemse) planten, bomen, kruiden en struiken trekken verschillende levens aan. Van vogels, tot egels, tot insecten. Hierdoor hebben plagen veel minder de kans om te ontstaan, omdat ze moeten concurreren met, of tot predatie vallen aan een groter scala aan soorten. Zo eten sommige vleermuissoorten honderden tot duizenden muggen per nacht, en zorgt de aanwezigheid van bijen simpelweg door concurrentie zodat er minder wespen zijn.

Wat zijn de lichamelijke en geestelijke voordelen van natuurinclusief bouwen?

Een gebalanceerd ecosysteem in en rond je huis heeft trouwens meer voordelen dan hierboven al genoemd. Het is ook aantoonbaar gezonder om in te leven. Zo heeft groen in de directe omgeving grote psychologische voordelen. Lees ook het onderzoek van Jolanda Maas, Assistant Professor bij sectie Klinische Psychologie, Vrije Universiteit Amsterdam. Mensen in de omgeving van groen ervaren minder stress en krijgen minder vaak een burn-out. Ook heeft de Universiteit van Wageningen geconcludeerd dat kinderen van vijf tot twaalf die in een groene omgeving wonen, minder ADHD-medicijnen gebruiken. Het groen zorgt voor een gevarieerder spel bij kinderen, met als gevolg 15% minder overgewicht. De aanwezigheid van natuur in een woonwijk zorgt voor betere sociale cohesie en verminderd agressiviteit. Ook bevordert het de gezondheid en welzijn, waarbij mensen in een groene omgeving minder ziek worden, en ook vaak ouder worden. Een groene leefomgeving stimuleert een gezonde levensstijl. Het is zelfs onderzocht dat patiënten, met dezelfde klachten in het ziekenhuis liggen sneller genezen als ze zicht hebben op groen, dan als ze dit niet hebben.

In de steden is ook te zien dat hooikoortsklachten toeneemt, en er meer astmapatiënten zijn dan buiten de stad. Dus misschien wel een van de grootste voordelen van een groene leefomgeving; groen zuivert de lucht. Groene tuinen, gevels, daken en al het andere plantleven nemen niet alleen koolstofdioxide op uit de lucht, maar ook fijnstof en een heleboel andere schadelijke stoffen. Hierdoor is de lucht die je inademt een stuk schoner als je een hoop plantenleven in en vooral rond je huis hebt. Gezonde lucht zorgt ervoor dat luchtwegenklachten afnemen, en ook al klinkt het gek, mensen krijgen minder snel last hooikoorts. Voor meer informatie over hoe gezond groen is, bekijk dit artikel van de Universiteit van Wageningen. Let natuurlijk wel op met teken en als je gevoelig bent voor hooikoorts volg je de meldingen wanneer je beter even niet te lang naar buiten kunt.

Conclusie

De gevolgen van onze distantiëring van de natuur worden steeds duidelijker. Het verwijderen en aanpassen van de natuurlijke wereld waar wij als mensheid vandaan komen heeft niet alleen ongelofelijk veel invloed op de planeet en alles wat er op leeft, maar vooral op onszelf. Onze psychologische en lichamelijke gezondheid is gevormd naar groen en natuur, en we kunnen niet zonder. Natuurinclusief bouwen is de manier om in deze constant versnellende wereld plekjes van rust te creëren, waar ons lichaam en geest onbewust zo hard naar op zoek zijn.

Tekst: Floris de Rie, student Diermanagement, stagiair Groen Kapitaal | Fotografie: Rogier Reker, community management Groen Kapitaal

Bronnen: