Provincie Noord-Holland is de eerste afnemer van de door Naturalis gelanceerde automatische insectenherkenning.
Dertig insectencamera’s zijn op verschillende plekken verspreid over Noord-Holland geplaatst, voor een testperiode van vier weken. Niet alleen in natuurgebieden, maar ook in agrarische percelen en in de stad hebben de camera’s hun werk gedaan deze zomer.

 

Cameraval

De automatische insectenherkenning registreert met een cameraval 24 uur per dag, voor langere tijd op één locatie, de insecten die in beeld komen. Daarmee is dit systeem vollediger, efficiënter en goedkoper dan menselijke tellers. Ook is waarnemen op meerdere plaatsen tegelijk mogelijk. Met behulp van de software hoeven wetenschappers de insecten niet meer te vangen, wat veel tijd bespaart.

Hortus Amsterdam

De Hortus Amsterdam is één van de proefplekken waar Theo Zeegers, projectleider van EIS/ Naturalis, zijn cameraval heeft geplaatst. Een maand lang zijn hiermee tienduizenden foto’s gemaakt. Het tellen en determineren gebeurt met software voor beeldherkenning. De programmatuur moet nog verder verbeterd en doorontwikkeld worden. Maar deze zomer lag de focus eerst op het ontwikkelen van de camera’s. Nu, in de herfst en winter hebben we de tijd om de automatische beeldherkenning te verbeteren.

Theo:” De cameravallen zijn ontwikkeld door een mooie samenwerking tussen verschillende partijen. Een consortium van EIS kenniscentrum insecten, Naturalis, Cosmonio en de Radboud Universiteit. Cosmonio doet de programmatuur, de automatische beeldherkenning. De Radboud doet de wetenschappelijke analyse, Naturalis zit erin omdat zij de beeldherkenning van Cosmonio hebben geadopteerd en EIS omdat wij verstand hebben van insecten.”

Gezichtsherkenning van insecten

Om automatische beeldherkenning voor elkaar te krijgen wordt de herkenningsprogrammatuur gekoppeld aan een database van gevalideerde foto’s. Een soort gezichtsherkenning voor insecten dus. En net als bij mensen moet je wel de biometrie van de gezichten in je database stoppen want anders kun je ze niet vinden. De mate van herkenning hangt af van de kwaliteit van de software en de kwaliteit van de foto’s in de database. Voor grote nachtvlinders is de correcte herkenning op dit moment 92%. Voor bijen en hommels nu op dit moment op 75%, dat komt omdat zij veel variabeler in kleur zijn en dus moeilijker te herkennen zijn

Theo:” Wij zitten hierin vanwege de biomassa, vergeet dat niet. We gaan geen dagvlinders zien voor de camera, we gaan geen sprinkhanen zien voor de camera, want deze komen niet op de gele schermen af. Dat weten we van tevoren. Het gaat ons om de biomassa (Biomassa is in de biologie de totale massa van alle organismen in een gegeven ecosysteem, zowel de bovengronds als ondergronds levende, gerekend als drooggewicht), een directe uitrol van het Radboud artikel over de teruggang van de biodiversiteit en insecten.

Eind van het jaar verwacht Theo de eerste resultaten, die zullen wij dan uiteraard ook met jullie delen.