‘Unieke natuur naast toeristische hotspot’

De Kalverpolder ligt tegen de Zaanse Schans aan, maar van de toeristenmassa is in deze natuurpolder niets te merken. John van Loon is voorzitter van de Stichting Kalverpolder. “Er zijn vijf Zaanse veenweidegebieden waar vrijwilligers werken”, vertelt hij, “waarvan de Kalverpolder er één is. Ze zijn in eigendom van Staatsbosbeheer of Natuurmonumenten.”

 

De Kalverpolder is een veenpolder van circa 160 hectare. Door ontwatering is het land in de loop der eeuwen meters gezakt. “Het is 350 jaar boerenland geweest”, vertelt John. “De boeren hadden allemaal een paar perceeltjes in de polder. Daar stonden dan wat koeien op die op het land werden gemolken.”

“In de jaren zestig van de vorige eeuw zou de Kalverpolder in het bestemmingsplan worden aangewezen voor huizenbouw. Dat is toen met één stem meerderheid in de Provinciale Staten verworpen. De gemeente Zaandam droeg daarna de inmiddels aangeschafte percelen voor fl.1,- over aan Staatsbosbeheer. Door de toenemende regelgeving werd het melken op de vaarpercelen, waar je alleen met de boot kunt komen, steeds minder rendabel. Rond 1980 is de laatste boer gestopt. De vaarpercelen zijn grotendeels verkocht aan Staatsbosbeheer. Hun beleid was toen ‘niets doen, laat de natuur zijn gang maar gaan’. Maar als je het niet beheert, krijg je bos. Van begin jaren tachtig tot 2006 is er door het nietsdoen een enorme verruiging in de Kalverpolder opgetreden.”

Rolf Surink, vicevoorzitter van de vrijwilligersgroep Stichting Kalverpolder, vertelt dat op dat moment het initiatief is ontstaan voor de oprichting van de groep. “Wij zijn gaan overleggen met Staatsbosbeheer. In feite hebben wij de sleutel van het hek van een terrein gekregen. Bij Staatsbosbeheer dachten ze dat het een bevlieging was en de stichting geen lang leven zou hebben. We zijn met een man of vijftien begonnen. We gingen met een ploeg de polder in om bomen te verwijderen. Het meertje achter de werkschuur kwam toen uit het niets weer tevoorschijn. Het was onzichtbaar. Zo verruigd was het gebied.”

Landschap Noord-Holland gaf gereedschap in bruikleen en Zaanse fondsen doneerden geld voor de aanschaf van onder andere maaimachines. Rolf: “Er ontstond een heel actieve groep van vijftig vrijwilligers. We hebben verschillende achtergronden, maar allemaal willen we iets in de natuur doen. Het is vooral gezellig. We zijn hier iedere dinsdag en hebben inmiddels een samenwerkingsovereenkomst met Staatsbosbeheer. We werken op de zogenoemde vaarlanden, zo’n 34 hectare groot. Er is een maaischema van 22 tot 23 hectare per jaar. Sommige percelen worden twee keer per jaar gemaaid en moeraspercelen één keer in de drie jaar. Vooral het verwijderen van steeds terugkerende bramenstruiken is veel en zwaar werk.

Er wordt binnenkort geplagd en er worden nieuwe petgaten aangelegd om de botanische waarden zo veel mogelijk te herstellen.” Inmiddels is de Kalverpolder onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en is het een Natura2000-gebied geworden, met veel bijzondere soorten planten en dieren. Zo broeden er per jaar ongeveer zestig verschillende vogelsoorten, waaronder een behoorlijk aantal rode lijst- soorten.

We varen tussen de rietkragen door naar een ploeg vrijwilligers die aan het maaien is. Alles gebeurt met kleine machines en met de hand. We schuiven met de boot het land op en stappen op het deinende veenmosrietland, dat als een matras op het water ligt. De ploeg is net klaar en stapt aan boord. Bezweet, levendig en zichtbaar tevreden.

Meer van dit soort prachtige verhalen kun je lezen in het boek ‘Natuur op eigen kracht’, te bestellen op www.natuuropeigenland.nl

tekst: Josefien Oude Munnink
fotografie: Amke