Bij Koedijk is aan weerszijden van de T-splitsing van de N504 met het Noordhollandsch Kanaal een groene oase aangelegd. Op vijf hectare grond zijn honderden bomen en meer dan duizend planten en struiken geplant.
‘Een voedselbos met ondergronds internet’
Het was een populierenbos, zoals je dat vaak ziet bij de afritten van snelwegen. Nu is het een voedselbos, ingericht volgens de principes van permacultuur. Permacultuur is een vorm van duurzame voedselproductie, gebaseerd op het natuurlijk ecosysteem en de grondbeginselen van traditionele, kleinschalige landbouw.
“Een voedselbos is een bos dat door mensen is ontworpen om voedsel te produceren”, vertelt Johan Lensink van Stichting De Groene Oase. “Er zijn verschillende vegetatielagen. Langs de randen staan de hoge bomen zoals walnoot en kastanjes, linden, essen, elzen en schietwilgen. Daarnaast staan hoog-stamfruitbomen zoals appels, peren, mirabellen en kroosjespruim, samen met vuilboom, diverse soorten wilgen, duindoorn en lijsterbes. Binnen de zone van hoge bomen staan struiken zoals hazelnoten en vlierbessen, lage fruitbomen en bessenstruiken, bramen en frambozen. Verder naar binnen komen er lagere kruiden en klimmers zoals hop, kiwibes en druiven en in de grond kunnen eetbare knollen zitten.”
“De elementen wind en water zijn als basis genomen voor het ontwerp”, legt Johan uit. “De hoge bomen houden de koude noordenwind tegen; ze creëren luwte en warmte. In het hart van het gebied hebben we een paddenpoel laten graven van zo’n duizend vierkante meter en een bestaande sloot wordt ingericht met een ecologische plasdras-oeverzone. Dit was mogelijk dankzij subsidie van Landschap Noord-Holland. Zo wordt er op een relatief klein stukje grond langs een weg en een kanaal rijkgeschakeerde en snelgroeiende natuur gecreëerd, met een hoge biodiversiteit.”
“De grond was eigendom van de provincie”, vertelt Inge den Hartog, voorzitter van de stichting. “Met het platform Groen Kapitaal, wat als doel heeft om biodiversiteit te stimuleren en mens en natuur nadrukkelijker met elkaar te verbinden, heeft de provincie grond voor dertig jaar ter beschikking gesteld en gaf ons 20.000 euro startsubsidie. Daarnaast hebben veel kleine eenmansbedrijfjes ons initiatief gesponsord en de rest van de benodigde investering is via crowdfunding geworven.”
“Met een bijdrage van ‘Nederland Doet’ is het eerste stuk aangelegd in maart 2018 en het noordelijk deel in maart 2019”, vervolgt Johan. “Bij de aanleg verschenen er zomaar meer dan vijftig vrijwilligers die in weer en wind meer dan honderd bomen en boompjes en zo’n 1500 bloemenplanten en noten- en bessenstruiken hebben geplant voor vogels, bijen en vlinders. We zijn de vrijwilligers zeer dankbaar.” Het voedselbos is duidelijk nog in ontwikkeling. “Het groeit snel”, vindt Johan. “Maar het duurt wel een aantal jaren voordat alles in wasdom is.”
Volgens Johan passen dieren, zoals varkentjes, niet in een voedselbos. “Dierlijke mest werkt schimmelwerend. Je verhindert dan dat bomen via de lange ondergrondse draden van schimmels en paddenstoelen, met elkaar kunnen communiceren. Dat netwerk van schimmeldraden heet het mycelium. We noemen het ook wel het ‘ondergrondse internet’.”
Het bos is openbaar terrein. Met een maaimachine worden er paden gemaaid zodat mensen er kunnen rondstruinen, kennis kunnen maken met de natuur en met het verbouwen van voedsel. Johan zou de mensen ook graag wildpluk leren. “Weegbree, brandnetel, duizendblad, zevenblad en malva zijn bijvoorbeeld goed tegen ziektes. Zo heeft alles een functie, niet alleen voor mensen, maar ook voor dieren en het hele ecosysteem.”
Meer van dit soort prachtige verhalen kun je lezen in het boek ‘Natuur op eigen kracht’, te bestellen op www.natuuropeigenland.nl
tekst: Josefien Oude Munnink
fotografie: Amke