De mooi vormgegeven boeken van Josefien Oude Munnink vertellen de persoonlijke verhalen van particuliere natuurbeheerders. Natuur door burgers en bedrijven. Een voor velen onbekende wereld.

 

In overleg met Josefien mogen wij een zevental verhalen aan jullie laten lezen. De andere verhalen kun je lezen in haar nieuwste boek; Natuur op eigen kracht. In de hoofdrol vandaag; Jan en Tine de Ruijter.

We gaan het teruggeven aan de natuur

Jan en Tine de Ruijter wonen in een authentieke boerderij in Castricum. “Dit was de boerderij van mijn grootvader”, vertelt Jan. “Toen we zo’n veertig jaar geleden hier kwamen wonen, hoorde bij deze boerderij nog vier hectare weiland. We zeiden direct tegen elkaar: ‘We gaan het teruggeven aan de natuur’.” Op hun zeventiende vonden zij elkaar in hun liefde voor de natuur. “Ik ben misschien wel geboren met een ongewone passie voor de natuur”, vertelt Jan. “Als kind redde ik al jonge eendjes, vlinders en padden.” “En nog!”, vult Tine aan. “Als we gaan fietsen, moeten we nog altijd dertig keer afstappen, omdat er dieren gered moeten worden.”

Al in 1985 beheerden Jan en Tine natuur, ver voordat de regeling Particulier Natuurbeheer in 1998 werd geïntroduceerd. Ze behoorden bij de eersten die in aanmerking kwamen voor de subsidie. “Je kreeg de waardedaling van de grond gecompenseerd als je de functie veranderde van landbouw naar natuur. Met dat subsidiebedrag konden we weer boerenland kopen voor de natuur. Wij namen van de boeren het beheer over, waar het voor hen financieel niet meer uit kon. Er waren af en toe wel boeren waar we een paar hectare land van konden kopen. Zo investeerden we elke euro subsidie weer in natuur. Op een gegeven moment kregen we de slag te pakken. Zo is ons gebied gegroeid tot bijna 120 hectare.”

Jan legt uit wat ze met het land voor ogen hebben. “De doelstelling op De Hooge Weide, de oorspronkelijke vier hectare – nu zeventien – is botanisch. Het is een bloemenparadijs met zeer veel soorten. Er komt geen mest op het land en het is ingericht met vennen.”

“De ruim 100 hectare in de Castricummerpolder tussen Castricum en Uitgeest heeft een weidevogeldoelstelling”, vervolgt Jan. “Het is één van de beste weidevogelgebieden van Nederland. Het waterpeil kunnen we met kleine molentjes zelf regelen. Het is heel belangrijk dat het hoog genoeg is, met plasdrasgebieden. Er wordt pas na 1 juli gemaaid, in telkens kleine stukjes, als een lappendeken. Maar één van de succesfactoren hier is het vossenraster. Het gebied ligt aan de voet van de duinen en daar leven veel vossen.” Tine: “Het raster moet al in februari geplaatst worden en er dan vijf maanden blijven staan. Het is zomaar een paar kilometer draad wat je moet aanleggen.” Jan: “De vos is heel brutaal, maar als hij tegen de stroomdraadjes aanloopt, schrikt ie zich te pletter en laat het de volgende keer wel.”

Voor natuurbeheer moet je een heel lange adem hebben

“Voor natuurbeheer moet je een heel lange adem hebben”, vervolgt Tine. “Dat gaat niet in jaren, maar in tientallen jaren. En je hebt goede mensen nodig die je helpen. De zes mensen in ons bestuur zijn er al vanaf het begin bij, allemaal vrijwilliger. Toen we hier begonnen waren wij zelf vijftigers, nu tachtigers. We hebben geen kinderen en willen graag iets moois nalaten. En wat is mooier dan natuur? Daarom hebben we 25 jaar geleden de stichting opgericht. Een stichting gaat niet dood en blijft ook na ons bestaan.”

De natuur heeft intrinsieke waarde, vinden Jan en Tine. Het is een plicht om er goed voor zorgen. “De mens heeft een te groot beslag gelegd op de natuur. Er moet een ommekeer in gang worden gezet”, stelt Jan. “Dat is de eerste regel van onze statuten. Met onze gebieden doén we dat, in de praktijk.”

Vanaf 26 september is het boek te bestellen op www.natuuropeigenland.nl

tekst: Josefien Oude Munnink
fotografie: Amke